Muzikaal leider Frédérique Chauvet: ‘Ik geniet er nog steeds elke voorstelling van’

Door: Frans van Hilten. Wie niet rijk is moet slim zijn. Met Acis & Galatea van Händel is BarokOpera Amsterdam er opnieuw in geslaagd een prachtige voorstelling neer te zetten zonder structurele subsidie. Met topsolisten, geweldige decors en kostuums en een flinke dosis humor. Hoe doen ze dat? En waarom is barokopera eigenlijk zo succesvol? Muzikaal leider Frédérique Chauvet vertelt.

Het gaat goed met barokopera in Nederland. Steeds vaker staan de opera’s van Purcell, Händel of Vivaldi op het programma. Ook wie niet speciaal van opera houdt, kan de barokopera vaak wel waarderen. Dat is niet vreemd volgens Frédérique Chauvet, dirigent en muzikaal leider van BarokOpera Amsterdam.

‘Barokopera’s kennen een grote variëteit aan meestal vrij korte stukken: nu eens een aria, dan een recitatief, een instrumentale dans, een dialoog. Dramatische en vrolijke momenten wisselen elkaar snel af. Opera’s uit de romantiek hebben veel langere spanningsbogen, daar moet je aan wennen.’

Niet alleen ooo en aaa

‘Daarnaast heeft het te maken met de manier van uitvoeren. Tot dertig jaar geleden was het daar allemaal nog eindeloos rekken en vertragen, op de manier van Mengelberg, en alles vibrato. Je verstaat dan niets van de teksten; het is die Belcanto-traditie waarin je alleen maar zo hard mogelijk “aaa” en “ooo” hoort. Dat wordt saai. Barokinstrumenten hebben minder verschil tussen hard en zacht. Daarom moet je die afwisseling heel duidelijk maken in de zang en de articulatie. Gebruik de muzikaliteit van de taal!

De laatste tijd is de romantische opera gelukkig ook meer met de zangtechniek van de barok gaan doen. Want bedenk goed: componisten die hun werk schreven rond 1850, zijn geboren en gevormd rond 1800. Dat werk moet je dus niet spelen met de esthetiek van rond 1900!’

“Het lukt ons niet ervan te leven, terwijl we heel succesvol zijn”

‘De klank van oude instrumenten vermengt zich veel beter met elkaar dan die van moderne instrumenten. Dat geldt ook voor negentiende-eeuwse instrumenten nog. Daar geeft een klarinet samen met een fluit een derde klankkleur. Als je Beethoven speelt op oude instrumenten, wordt het niet bombastisch maar blijft het transparant en gelaagd.’

Acis & Galatea is een toegankelijke productie. Niet te lang, de muziek is gevarieerd en het verhaal – uit de Metamorfosen van Ovidius – is goed te volgen. Herder Acis en waternimf Galatea zijn verliefd, maar o wee: de eenogige reus Polyphemus aast ook op haar. Verblind door jaloezie verplettert hij Acis onder een rotsblok, maar Galatea verandert haar gestorven geliefde in een eeuwig stromende rivier.

Opéra Louise

Chauvet, specialist op het gebied van Purcell en andere Engelse barokopera, werd voor Acis & Galatea gebeld door haar Zwitserse collega’s van Opéra Louise. Het werd een coproductie: de Zwitsers leverden regisseur Julien Chavaz en betaalden de kostuums en decors. BarokOpera Amsterdam tekende niet alleen voor het muzikale deel, maar bracht ook ervaring op het gebied van tournees in.

“Als de muziek ‘papam’ doet, schokken al die schaapjes met hun schouders”

Chauvet: ‘In Zwitserland hebben ze hetzelfde systeem als in Duitsland: ze spelen in eigen stad en toeren niet. Chavaz wil graag in Frankrijk en Nederland voet aan de grond krijgen. Ook daarom zochten ze de samenwerking.’ Er volgde dus eerst een tournee door Zwitserland met één Nederlandse solist, een festivaltour door Frankrijk, daarna de Nederlandse tour met één Zwitserse soliste.

Frédérique Chauvet
Frédérique Chauvet

De kostuums van Acis & Galatea zijn inventief, van het omhoog golvende turquoise kapsel van de waternimf tot het lichtgevende oog van de cycloop, en uit de regie blijkt een groot gevoel voor humor. Chauvet: ‘Chavaz bracht zijn eigen team mee. Zij hebben het decor met blokken bedacht, de kostuums en alle enscenering. Dat de herders er als schapen uitzien, heeft hij ook bedacht. Die schapen onder aanvoering van Damon (Salomé Zangerl) zijn heel geestig; als de muziek “papam” doet, schokken al die schaapjes met hun schouders. Daar geniet ik nog steeds elke voorstelling van.’

Gevoelige cycloop

Frédérique Chauvet dirigeert niet alleen het orkest, maar bespeelt zelf ook de traverso (de barokvoorloper van de dwarsfluit) en piccolo. ‘In Händels tijd speelden dezelfde mensen de hobo en de fluit. Je kon dus nooit gelijktijdig hobo en fluit in het stuk hebben. Daarom zijn fluitaria’s bij Händel zeldzaam en bijzonder. Acis & Galatea is een pastoraal stuk. De fluit is een herdersinstrument en komt voor op relevante momenten, bijvoorbeeld als Galatea zingt over de vogeltjes, als Polyphemus probeert zijn gevoelige kant te laten zien of als Acis is veranderd in een kabbelende rivier. In de barok geeft de muziek altijd weer wat er op het podium gebeurt.’

Solisten zijn ditmaal Jan-Willem Schaafsma als Acis, Elodie Kimmel als Galatea en Marc Pantus als Polyphemus. ‘We casten per productie,’ zegt Chauvet. ‘Er is wel een aantal mensen die we graag vragen. Voor Purcell-uitvoeringen hebben we een vrij trouwe cast, maar voor een bepaalde rol wil je misschien toch een keer iemand anders. Met één nieuwe zanger moet iedereen zijn plaats in de cast weer herdefiniëren. Dat is wel goed denk ik. Tegelijkertijd wil je ook trouw zijn aan je mensen.’

Kunst voor sociale cohesie

BarokOpera Amsterdam krijgt geen structurele subsidie. Internationale samenwerkingen als met Opéra Louise zijn volgens Chauvet dan ook de enige manier om producties als deze te kunnen blijven maken: ‘Als Française heb ik in Frankrijk veel contacten. Er is daar veel meer geld voor cultuur. Ook de politiek kijkt er anders naar dan in Nederland. In de tijd dat Halbe Zijlstra zijn vreselijke uitspraken over kunst deed, kwam de regio Bretagne juist met een statement: in tijd van crisis zijn kunst en cultuur belangrijk voor de sociale cohesie. Kijk, dacht ik toen. Maar kleinere Franse steden hebben minder oog ervoor.’

‘Ook mét coproducties blijft het lastig. Voor deze opera hebben we naast het Fonds Podiumkunsten alleen kleine bedragen van fondsen gekregen. Het lukt ons niet van het werk te leven, terwijl we heel succesvol zijn! We bieden onze mensen weliswaar natuurlijk interessante projecten en grote tournees, maar betalen ze niet echt goed: de instrumentalisten bijvoorbeeld ontvangen zo’n honderd euro op factuur per dag. Om dan de werksfeer gezond te houden hebben we als filosofie/motto: dit project moet een kans zijn op de weg van de artiest. Als mensen het honorarium problematisch vinden, dan kunnen ze beter niet meedoen, even goede vrienden.’

Circus

Ondanks de financiële uitdagingen staat er genoeg op stapel. Chauvet kijkt uit naar komende samenwerkingen met het Frans gezelschap Orphée Théâtre en met Nederlandse Conservatoria. ‘Ook komt er een Offenbach-productie met het Friese Posthuis Theater in Heerenveen, waarbij circusartiesten meewerken. En volgend jaar maken we een nieuwe versie van mijn favoriete barokopera King Arthur van Purcell.’

Acis & Galatea is nog te zien op 6 maart in Amsterdam, op 12 maart in Rotterdam en op 17 maart in Heerenveen. Meer informatie op www.barokopera.nl.

Galatea met herders/schapen. Foto's Acis & Galatea: Magali Dougados
Galatea met herders/schapen. Foto’s Acis & Galatea: Magali Dougados

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.