Door: Wander Catshoek. The Pixies zijn misschien nauwelijks bekend bij het grote top 2000-publiek; bij liefhebbers van alternatieve rock gelden ze als een van de populairste bands. The Pixies raasden als een storm door het door synthesizers gedomineerde landschap van de jaren 80.
“Alternatieve prijsnummers die wat mij betreft superieur zijn aan de top 3 van de top 2000”
Het geluid van The Pixies is uniek. Zanger Black Francis kan een enorme schreeuwstrot opzetten en zingt bij voorkeur over Bijbelse verhalen, mutilatie, dan wel over de ruimte en buitenaardse wezens. Zijn tegenpool in de band is bassiste Kim Deal, bekend van haar coole uitstraling, onderkoelde zang en herkenbare baslijnen. De snerpende en scheurende gitaar van Joey Santiago smeert alles aaneen samen met de stuwende drums van David Lovering.
Het album Surfer Rosa, met daarop onder meer de van Fight Club bekende klassieker Where is my Mind? is een scheurend, kaal opgenomen meesterwerkje. Het album Doolittle is het hoogtepunt van het oeuvre van The Pixies, met alternatieve prijsnummers als Debaser, Here comes your man en Monkey gone to heaven, die wat mij betreft superieur zijn aan de top 3 van de top 2000.
Kurt Cobain en David Bowie
Kurt Cobain geeft aan dat zijn oeuvre te herleiden is op het quiet-loud principe van de nummers van The Pixies. David Bowie verklaart zich superfan. Dan volgen de albums Bossanova en Trompe le Monde, en de band spat uit elkaar net op het hoogtepunt van de grunge hype die ze zelf zijn voorafgegaan.
In de eenentwintigste eeuw kwamen de Pixies weer bijeen voor goed ontvangen reünieconcerten. Daarop volgden twee albums, Indie Cindy en het recente Head Carrier, die werden ontvangen als een grote teleurstelling. Het je ne sais quoi, de klasse, de buitenaardsheid en de onvoorspelbaarheid die The Pixies vooral hun eerste twee albums kenmerkte, was volledig verdwenen. Een goede middenmoot indieband bleef over.
Ongelofelijk strak
Mij deerde het niet. Leuk dat ze terug waren, en fijne muziek als je je verwachtingen had bijgesteld. In 2013 had ik The Pixies net gemist. Ik had kaartjes voor hun optreden in Paradiso, maar was niet in het land toen ze daadwerkelijk speelden. Nu kreeg ik een herkansing in 2016, om een van mijn favoriete bands live te zien. Mijn goede vriend Antal en ik bewogen ons naar voren totdat we ons op ongeveer tien meter van het podium bevonden.
Daar kwamen The Pixies op. Vijfentwintig jaar ouder, maar wie maalt daar om als klassieker Where is my mind? wordt ingezet? Het publiek was direct euforisch. The Pixies, met Paz Lenchantin als vervangster van Kim Deal, speelden hun oude nummers ongelofelijk strak. In korte tijd werden er vierendertig nummers doorheen gejast. De negen nieuwe nummers haalden het niet bij de oude klassiekers en dienden als rustpunt.
“Iets met om je heen beuken en vallen en opstaan. Dit had ik al een jaar of twintig niet meer gedaan”
Al vrij snel ontstond tijdens de snellere nummers een moshpit, een cirkel voorin waarbij voornamelijk mannen elkaar duwend dansten, of iets dergelijks, iets met om je heen beuken en vallen en opstaan. Dit had ik al een jaar of twintig niet meer gedaan, maar mij niet willend laten kennen en dronken van blijdschap over het horen van mijn favoriete opzwepende nummers, stortte ik me vol enthousiasme in de moshpit. Dit hield ik niet zo lang vol als vroeger, maar dat kon de pret niet temperen.
Verkeerde trein
The Pixies speelden vol vuur en het ene geweldige nummer volgde het andere op, om vervolgens weer gevolgd te worden door een redelijk nieuw nummer. Bij het slotstuk, Gouge Away, Debaser en het angstaanjagende Tame, sprongen de stoppen door bij deze fan. Met een dikke lach op ons gezicht keerden we naar huis. Natuurlijk pakte ik een verkeerde trein en was uiteindelijk pas tegen twee uur ’s nachts thuis. Dat was mijn offer aan de Here van rock ’n roll.