Door: Frans van Hilten. Vandaag honderd jaar geleden nam een vrij kleine groep communisten, de bolsjewieken, onder leiding van Lenin de macht over in Rusland. Zij zetten de voorlopige regering af die het land bestuurde na het afzetten van tsaar Nicolaas II eerder in 1917.
Bij gelegenheid van honderd jaar oktoberrevolutie (volgens de Russisch-orthodoxe kalender was het nog oktober) wil ik vertellen over een van mijn favoriete romans, waarin de familie van de laatste tsaar centraal staat: Russisch blauw (1995) van Rascha Peper. Waarom ik het boek zo mooi vind, maar ook hoe het in mijn leven belandde en hoe ik er de schrijfster over sprak.
Hoofdstuk 1: Het Ipatjevhuis
Op een julidag in 2001 stond ik aan een weg in Jekaterinenburg en keek naar een lege plaats tussen de huizen. Bij een eenvoudig houten kapelletje bewees een klein groepje orthodox-gelovigen eer aan degenen die daar gestorven waren: de laatste tsaar, Nicolaas II, en zijn familie. De tijd sinds Nicolaas’ afzetting hadden zij in gevangenschap doorgebracht, het laatst in een villa in Jekaterinenburg in het Oeralgebergte. Op een nacht in juli 1918 werden ze naar de kelder van dit Ipatjevhuis ontboden en aldaar doodgeschoten: de tsaar, zijn vrouw Aleksandra, de vier dochters en de ziekelijke troonopvolger (tsarevitsj) Aleksej, een aantal personeelsleden en een hondje.
Het Ipatjevhuis moest geen bedevaartsoord worden en in 1977 liet de toenmalige plaatselijke partijsecretaris, een zeker Boris Jeltsin, het afbreken. Vergeefs: in de postcommunistische wereld maakte de kerk zich meester van de Romanov-familie en verklaarde hen als martelaren heilig. Hun opgegraven lichamen zijn met veel staatsie herbegraven in Sint-Petersburg onder toeziend oog van diezelfde Jeltsin, inmiddels president van Rusland. Bij de lege plaats in Jekaterinenburg verried in 2001 al een grote hijskraan de bouwplannen voor een gigantische kerk.
Hoofdstuk 2: Russisch blauw
Een jaar later was ik weer onderweg naar Rusland. In het vliegtuig las ik het mij aangeraden boek Russisch blauw van Rascha Peper. De afgescheurde instapkaart zit nog als bladwijzer in het pocketje. Het boek schetst de wereld van Lex Grol, die zich zo grondig heeft verdiept in de laatste tsaar, dat hij er enigszins obsessief mee is gaan leven. Als lijder aan dezelfde bloederziekte (hemofilie) als tsarevitsj Aleksej vergeet hij eens op schoolreis expres zijn moderne medicijnen, om te voelen hoe het leven voor zijn geestelijke “bloedbroertje” geweest moet zijn. Over de oudste dochter Olga fantaseert hij als over een geliefde.
Jaren nadat hij zijn fascinatie als té excentriek aan de kant heeft geschoven, benadert zijn oude professor hem om in zijn nieuwe boek een hoofdstuk over de laatste tsaar te schrijven. Als Lex de nieuwe onderzoeken naar de dood van Nicolaas II leest, komen er zeer merkwaardige feiten boven water, die op hemzelf betrekking lijken te hebben. De rest van de roman leest als een detective.

Voeg daarbij als decor een romantisch antiek zwembad en een klein tuinhuisje waarin Lex woont, op het terrein van de villa van een vriend. Anders dan deze vriend Sweder is hij niet met een gouden lepel in de mond geboren maar opgevoed door een streng communistische, fantasieloze moeder in de arme buurt. En dan komt er ook nog een vreemd meisje in dat zwembad zwemmen.
Wat mij in de roman altijd heeft getroffen, naast de spannende intrige, de raak geschetste karakters en de tragiek van de laatste tsaar, is dat er een voortdurende hoop uit spreekt. Ook al is Lex’ situatie met zijn ziekte en werkloosheid verre van rooskleurig, hij weet vooral tegen het eind een nieuw elan te vinden om het leven te lijf te gaan.
Hoofdstuk 3: de Russische golf
Met Vingers van marsepein publiceerde Rascha Peper in 2008 opnieuw een deels Russische roman. Ik maakte in die tijd een radioprogramma genaamd Russkaja Volna (de Russische golf) over Russische cultuur en vroeg een interview aan. In haar huis aan de Amstel vertelde ze over beide boeken en we spraken onder andere over het taalgebruik waarmee zij haar personages “acteerde”.
“Ome Raspoetin moest de kloten van zijn lijf komen bidden”
Zo heb ik bij mijn laatste herlezing erg hard gelachen om de ballerige Sweder die over Aleksej zegt: ‘Als die jongen struikelde in de tuin van zijn paleis, dan moest ome Raspoetin de kloten van zijn lijf komen bidden om hem nog in leven te houden.’ Lex’ bedeesde moeder spreekt dan weer eerder in termen als ‘Nou jongen, mooi hoor.’
Tot Rascha’s verbazing klauterden twee normaal erg schuwe katjes van het ras “Blauwe Rus” (!) onbekommerd op mijn schoot. Ik besloot het interview dan ook met de vraag wat voor ras haar katten waren. Ze signeerde mijn roman met een mooie boodschap. Het interview is nog steeds te beluisteren.
Hoofdstuk 4: Fantoompoezen
In 2012 werd Rascha Peper ziek en zij overleed op 16 maart 2013. Haar laatste bundeltje columns heet Fantoompoezen. Die titel slaat op de twee bewuste “Blauwe Russen”. Hoe dartel ook, ze bleken een ongeneeslijke ziekte te hebben en stierven kort na het bewuste interview – te vroeg, als Rascha zelf.
Nu Michel Krielaars een fascinerende uitzending wijdde aan de Russische revolutie en zeker ook de moord op de tsarenfamilie, bekroop mij de aandrang Russisch blauw weer eens te lezen en vooral ook met u te delen. Laten we in een tijdperk waarin Rusland en het westen weer hopeloos uiteen drijven inspiratie putten uit de hoop van Lex en vooruitkijken op een betere toekomst samen. Leve de revolutie! Leve Sint Nicolaas II!
(foto boven: De plaats van het Ipatjevhuis zoals ik die fotografeerde in 2001)