Door: Frans van Hilten. We kennen hem van dagelijkse tafereeltjes als de ‘luistervinkjes’, we kennen hem als leerling van Rembrandt. Maar Nicolaes Maes was meer, bewijst het Mauritshuis in de eerste overzichtstentoonstelling van ’s mans werk ooit.
‘Hagar, ik wil je nog zegenen…’ ‘Zegenen? Abraham, alsjeblieft. Ik heb je eerste kind gedragen. Nauwelijks heb je een kind van Sara of ik ben weer gewoon de slavin en kan vertrekken. Kwel me niet met een zegen.’ Ismaël staat al op de trap, kijkt niet meer naar zijn vader om. ‘Kom op mam, we gaan, laat die hypocriete zak lekker.’

Deze dialoog komt spontaan bij me op bij het zien van De wegzending van Hagar door Nicolaes Maes. Het is een pijnlijk moment, vol schaamte, schuldgevoel en vernedering. Maes is er een meester in. Kijk naar Het offer van Abraham ernaast. De engel verschijnt al in de wolken om het mes uit Abrahams hand te slaan, maar Abraham heeft hem nog niet gezien. Hij weet niet beter dan dat hij zijn enige zoon Izaäk moet offeren en met een verbeten gezicht trekt hij zijn dolk.
Eerste overzicht
Eigenlijk is het een wonder dat Nicolaes Maes (1634-1693) nooit eerder een overzichtstentoonstelling had. Niet in Nederland, niet in Engeland, waar zijn werk veel verzameld is. De van oorsprong Dordrechtse schilder is één van Rembrandts meest getalenteerde leerlingen. Hij schildert aanvankelijk veel Bijbelse verhalen, de zogenoemde ‘historiestukken’, die de invloed van Rembrandt overal laten zien.
Luistervinkje
Zijn leermeester geeft vaak de opdracht een onderwerp van één van zijn eigen schilderijen over te doen, maar dan met een andere invalshoek. Dat doet Maes bijvoorbeeld door Rembrandts voorstelling van de Heilige Familie te bewerken tot een eigentijds, niet speciaal religieus portret van een jonge vrouw bij een wieg. Het is tekenend voor zijn latere overstap naar ‘genrestukken’, de dagelijkse tafereeltjes waarmee hij de meeste roem heeft vergaard. Prachtig gedetailleerde voorstellingen met veel gevoel voor humor.

De oude kantkloster die het Mauritshuis in 1994 wist aan te kopen is een goed voorbeeld, maar het bekendst zijn de ‘luistervinkjes’, schilderijen waarop meestal een knuffelend stel wordt afgeluisterd. Alles weer vol detail en in warme kleuren.
“Een echte Maes leverde veel meer geld op dan de maker van het Meisje met de Parel”
Nog later legt Maes zich toe op portretten, waarop hij zijn opdrachtgevers vaak afbeeldt in gefantaseerde landschappen en dito kostuums. In deze periode woont hij in Amsterdam en door zijn populariteit als portretschilder wordt hij steeds productiever en efficiënter. Uit deze laatste periode zijn meer dan vijfhonderd portretten bewaard gebleven, tegenover nog geen tien historiestukken en rond de veertig genrestukken. Maar voor het Mauritshuis zijn ze alledrie even belangrijk en interessant en daarom heeft conservator Ariane van Suchtelen een evenwichtige selectie gemaakt van ongeveer evenveel werken uit elke periode.

Particuliere bruiklenen
Dat levert een mooie tentoonstelling op met veel verrassende schilderijen. Het museum heeft behalve uit de National Gallery (veel!) en diverse andere musea ook bruiklenen weten te regelen van particulieren en dat is maakt de getoonde keuze uniek. De kleine tentoonstellingsruimte van het Mauritshuis is er goed vol mee, maar door een goed ontwerp met tot het plafond doorlopende donkerblauwe wanden en een lichtere middenwand oogt het geheel toch rustig.
Het beperkte aantal van veertig stukken maakt het mogelijk alles goed en aandachtig te bekijken. Dat geeft een goede blik op Maes’ ontwikkeling én op zijn enorme vaardigheid. Handen? Nicolaes Maes schildert ze beter dan Rembrandt. De aderen op de handen van de apostel Thomas krast hij in de verf met de achterkant van zijn penseel.

Die Thomas heeft overigens ooit een vervalste Rembrandt-handtekening gedragen. Net zoals een doek van Vermeer ooit op de markt is gezet als ‘een echte Maes’, omdat dat toentertijd veel meer geld opleverde dan de maker van het Meisje met de Parel. Het kan verkeren.
- Nicolaes Maes – Rembrandts veelzijdige leerling, Mauritshuis, Den Haag, tot en met 19 januari 2020
- Ook iets moois gezien? Deel het met kunstHart!