Door Christina Schönbach. Nog nooit eerder vertoond: een collectie parafernalia en historische stukken om het design van het Derde Rijk te tonen, als design. Een beladen onderwerp, waarin het gevaar van verheerlijking schuilt. Kan dat wel? Niet toch too soon? Of precies op tijd? Het Design Museum in Den Bosch benadert het thema met voorzichtigheid en zorgvuldigheid, soms met belerende caveats. Ondanks, maar waarschijnlijk eerder dankzij deze, voel ik – als derde-generatie Duitse – bij mijn bezoek naast interesse en een zekere fascinatie, vooral ongemak.

Kwaadaardig

Dat het Design Museum de ideologie van het Nazisme niet aanhangt én dat zij verwachten dat hun bezoekers die mening delen, wordt keer op keer benoemd, bijvoorbeeld in zinnen zoals deze, van de website:

De tentoonstelling Design van het Derde Rijk toont de grote bijdrage van vormgeving aan de verspreiding en ontwikkeling van de kwaadaardige nazi-ideologie.”

Duidelijk. Gewoon voor het geval dat er neonazi’s onder de bezoekers zijn, of mensen die hun gehele schoolcarrière hebben liggen slapen, alle films van de afgelopen 75 jaar hebben gemist, of nog nooit een boek in handen hebben gehad. Dat is natuurlijk altijd een goed idee en dient er ook nog eens toe de makers van de tentoonstelling zelf helemaal zijn ingedekt.

Het publiek wordt eerst naar de tweede verdieping van het museum gestuurd voor een film van 10 minuten over deze kwaadaardige nazi-ideologie. Verschrikkingen, alles: Jodensterren en andere vernederingen, concentratiekampen, de misleiding van het eigen volk, de gewelddadige overname van (buur)landen, de compleet idiote toepassing van een ´rassenleer´… `Kwaadaardig` klinkt in dit licht al bijna weer naïef.

Communisme en hakenkruis

Een verdieping lager bevinden zich de design-voorwerpen. Wat meteen opvalt: de eerste campagneposters van Hitler en de NSDAP. Communistisch doen die aan. En jawel, dat was bewust. Ook nationaalsocialisme belooft immers een sociaal beleid. Het gewone volk dat zich van zijn ketenen ontdoet – ´Schluss jetzt´. Posters die steun aan moeders, armoedebestrijding, werk voor allen, huisvesting beloven. Had ook een PvdA-poster kunnen zijn. Mijn partij trouwens, nou ja, de Duitse versie ervan dan. Dat is dan toch even schrikken.

Verkiezingsposter van de NSDAP, 1932. (Münchner Stadtmuseum, Sammlung Reklamekunst)
Verkiezingsposter van de NSDAP, 1932. (Münchner Stadtmuseum, Sammlung Reklamekunst)

Ook het concept van het hakenkruis is gepikt van het communisme. Zwart op wit en rood, een duidelijk en herkenbaar symbool. Bovendien moesten de twee ideologieën dezelfde doelgroep aanspreken. Een volk gedesillusioneerd en gewond achtergebleven na de vorige oorlog.

Voor iedere groep in de samenleving was er een eigen nationaalsocialistisch tijdschrift

Misleiding van het volk is een groot thema. Duitsers die massaal de Kraft-durch-Freude kever op afbetaling bestelden en zo het Rijk financieel spekten, maar de auto nooit zagen. Alles voor de hoop op een beter leven. Middels de goedkoop door het regime aangeboden radio, de Volksempfänger, konden mensen alleen Duitse radio luisteren (onwaar: alle zenders konden worden geluisterd, maar de Duitse zenders waren er extra op aangegeven – eerder een duw in de ´goede´ richting dus). Verder: verheerlijking van de Duitse taal, een eigen schrift, eigen muziek, tentoonstellingen met uitsluitend Duitse kunst, films tegen joden, over Hitler Jugend-helden, over de rassenleer. Voor iedere groep in de samenleving was er een eigen nationaalsocialistisch tijdschrift, in krantenwinkels waren uitsluitend kranten te koop die waren uitgegeven door het regime. Hitler lachte je vanuit zijn thuis of zijn buitenlandreizen op de covers van speciaal ontwikkelde fotoboeken toe.

Ja, een dictatuur uitgedacht tot in detail. Je zou bijna denken dat het volk ´het niet wist´. Er zal een groot verschil tussen stad en dorp zijn geweest en natuurlijk hadden de mensen ook nog hun gewone huis-tuin-en-keuken zorgen. Maar ´niet weten´ en ‘iets even niet zo belangrijk vinden´ zijn natuurlijk niet hetzelfde. Laten we niet vergeten dat er een sterk verzet was in Duitsland. De juiste informatie was wel degelijk te krijgen.

Poster voor Olympische Spelen in Berlijn, 1936. (Münchner Stadtmuseum, Sammlung Reklamekunst)
Poster voor Olympische Spelen in Berlijn, 1936. (Münchner Stadtmuseum, Sammlung Reklamekunst)

Fout

Terug naar mijn eerste alinea. Ik ben een derde-generatie Duitse. Hier een heel generaliserend beeld van wat dat zou kunnen betekenen: de generatie van mijn grootouders, die de oorlog heeft meegemaakt, heeft er vaak niet (genoeg) met hun kinderen over gepraat. Het land moest herstellen, iedereen was bezig met de opbouw, eigenlijk wilde men die verschrikkelijke tijd zo veel mogelijk vergeten. De generatie van mijn ouders heeft zelf onderzoek gedaan, vaak resulterend in afkeer en boosheid jegens de vorige generatie en natuurlijk de vragen: wie waren er fout? Ben ik zelf soms fout? Is Duitsland an sich fout? De volgende generatie moest van jongs af aan worden opgeleid om dit nooit meer te laten gebeuren. Maar een kind kan niets met het schuldgevoel van een hele natie, vijftig jaar voor haar bestaan. Dus toen ik op mijn elfde in Nederland kwam en voor het eerst de schoolbanken deelde met Joodse kinderen, wist ik mij geen houding te geven. Want zij moesten mij wel haten voor alles wat mijn volk hen had aangedaan. En sterker nog: ze stonden daarmee, mijns inziens, compleet in hun recht.

Uiteraard heb ik tegenwoordig een genuanceerder beeld. Maar ik krimp nog steeds ineen bij het horen van het derde bedrijf van Wagners Meistersinger (een generatie vóór Hitler), of nog veel erger: als Nederlanders het Duitse volkslied citeren als ´Deutschland, Deutschland über alles´ (die strofe is er dus definitief UIT!).

U kunt zich hiermee misschien het ongemak voorstellen waarmee ik door een dergelijke tentoonstelling loop. Van sommige dingen was ik mij niet bewust. Met name hoe diepgravend het Derde Rijk inderdaad was ontworpen; hoe ultiem, definitief, onontwijkbaar het eindresultaat had kunnen zijn. De gedachte laat alle huidige dystopieën over een Duitse overwinning verbleken.

Maar vooral ook de realisatie dat ik misschien wel zou kunnen begrijpen dat de NSDAP en Hitler op een grote doelgroep aantrekkingskracht hadden. De sociale beloftes zijn onontkoombaar.

Hoewel ik hier best wat kritiekpunten opnoem over deze tentoonstelling, vind ik dat wat zij laat zien belangrijk is. Er straalt een zeker ongemak, naïveteit en knullige aanpak van uit, alsof de makers hun zoektocht naar de juiste balans nog niet hadden beëindigd. Maar het is een begin. Een goed, zorgvuldig begin naar hoe er over een onderwerp als dit op een volwassen manier kan worden gesproken. Zonder enige verheerlijking, maar genoeg objectiviteit om niet met de vinger te wijzen en zo ruimte te creëren voor bezinning.

“Kijk aan! Een Sturmgewehr 44!”

Mijn geliefde en ik hebben het grootste deel van de tentoonstelling apart bekeken. Pas aan het eind kwamen we samen. Hij beschikt over een enorme hoeveelheid kennis, waaronder ook een fascinatie voor krijgskunde. Eén vitrine had hij nog niet gezien. Blij riep hij uit: ´Kijk aan! Een Sturmgewehr 44!´ Ik kon wel door de grond zakken. De jonge man naast mij keek verbaasd op en maakte zich voorzichtig, doch vlug uit de voeten. Het feit dat ik nu toch een beetje moet gniffelen om deze situatie heeft stiekem iets van een kleine catharsis.

Bund Deutscher Mädel danst tijdens de Reichsparteitag, 1938. (Hugo Jaeger/Timepix/The LIFE Picture Collection/Getty Images).
Bund Deutscher Mädel danst tijdens de Reichsparteitag, 1938. (Hugo Jaeger/Timepix/The LIFE Picture Collection/Getty Images).

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.