Wie heeft er tegenwoordig niet een Boeddhabeeldje in de tuin? Maar omgekeerd: wie neemt er nu werkelijk diepgaand kennis van de leer van het boeddhisme? In haar installatie/tentoonstelling Upaya speelt Mickey Yang met Aziatische spiritualiteit en hoe we daar graag selectief in grasduinen. Let op: nog maar één week te zien in KM21 in Den Haag!
Door Frans van Hilten. Mickey Yang heeft Singaporees-Chinese ouders, maar groeide op in Nederland. Chinese spirituele stromingen kent ze dus maar ten dele uit haar eigen achtergrond en even veel uit wat westerlingen ermee doen – de Boeddha in de tuin, wierook en yoga.
Het was voor Yang, afgestudeerd aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag, reden op onderzoek te gaan naar deze spiritualiteit. Ze maakte een tentoonstelling voor de Kunsthalle Osnabrück, maar die opende nooit de deuren voor publiek vanwege de coronacrisis. Nu haar werk alsnog te zien in KM21, naast het Kunstmuseum.

De gekozen vorm – één grote installatie rondom een videoscherm – begon op een wonderlijke manier. ‘Een collega van mij heeft een prachtige documentaire-stem en daar wilde ik iets mee doen,’ vertelt Yang. Ze besloot deze vriendin een voice-over te laten inspreken met fragmenten uit authentieke spirituele geschriften, maar ook uit moderne zelfhulpboeken. Wat is wat? De toeschouwer zal het niet snel weten. Intussen brandt op het scherm een spiraalvormige wierookbrander langzaam naar het midden toe op.
Niet oordelen
Het lenen uit andermans cultuur wordt tegenwoordig al snel als culturele toe-eigening beschouwd, maar dat is niet het doel van deze tentoonstelling. ‘Ik wil niet oordelen,’ zegt Mickey Yang, ‘Doordat ik hier ben opgegroeid weet ik zelf ook niet altijd precies hoe het zit.’ Wat ze wel wil: ermee spelen, mensen aan het denken zetten.
Intussen is de tentoonstelling een belevenis. Tijdens de loop van de steeds opnieuw startende video gebeurt er van alles in de zaal. Een object brengt het water in beweging, waardoor de weerspiegeling van een lichtkrant verandert. Drumstokjes slaan overal in de ruimte op klankschalen, trommels en bekkens. Twee uit staal gesmede poortwachters rijden op gezette tijden dreigend heen en weer. Yang smeedde ze zelf, samen met een siersmid.

‘Mensen vinden het vaak verdacht als je figuratief werkt,’ zegt ze over die poortwachters. ‘Alsof het geen kunst kan zijn als het niet abstract is.’ Met haar tentoonstelling Upaya bewijst Yang het ongelijk van deze denkers. Ambacht, humor en aan het denken zetten: wat heb je meer nodig om kunst te zijn?
- Mickey Yang, Upaya, KM 21, tot en met zondag 15 augustus 2021.
- Ook iets moois gezien? Deel het met kunstHart!