Door: Frans van Hilten. Naar sommige tentoonstellingen voor volwassenen kun je kinderen uitstekend meenemen. Picasso’s gekke koppen en vogels op borden en vazen begrijpt een kind prima en met de mobiles van Alexander Calder lukt het vast ook. Zelf werd ik al als kind blij van een fontein van de Zwitserse kunstenaar Jean Tinguely.
De fontein stond in een vijver bij het Stedelijk Museum in Amsterdam en er draaide een groot wiel in rond. De hele fontein bewoog mee en het water sproeide verschillende kanten op. De ‘wielfontein’, noemde ik hem. Maar de tijden veranderen en de wielfontein en zelfs de vijver verdwenen.

Niki de Saint Phalle
Vele jaren later ontdekte ik dat Tinguely (1925-1991) een relatie had gehad met medekunstenares Niki de Saint Phalle, die ik bewonderde. Saint Phalle is misschien het meest bekend van haar grote kleurige vrouwenfiguren, de Nana‘s. Samen vormden ze een knap en avontuurlijk paar. Ze werkten veel samen en maakten de gekste dingen.

Bewogen beweging
In Nederland stelde het Stedelijk als eerste museum werk van Tinguely tentoon. Al in 1961 en 1962 stond zijn werk op de roemruchte groepsexpo’s Bewogen beweging en Dylaby. Dat was te danken aan de vrije geest en vooruitziende blik van directeur Willem Sandberg. De ‘wielfontein’ was na één van die tentoonstellingen aangekocht en blijven staan. Het moet bijzonder zijn geweest: op Bewogen beweging hing een groot object van Tinguely aan de museumgevel en in zijn zaal rammelde, draaide, schudde, rookte en siste alles.
Humor en schedels
Maar toen was ik nog niet geboren. Ik zag voor het eerst een grote selectie werk van Tinguely in 2007-2008 in de Kunsthal en was opnieuw onder de indruk. Nu is de goede man 25 jaar dood en zijn werk is terug in het Stedelijk. In de enorme tentoonstelling Jean Tinguely Machinespektakel zien we hoe de kunstenaar zich ontwikkelde van abstracte kunst naar zijn vreemde machines. Machines waar humor in zat, maar ook een duistere ondertoon. Vaak zien we bijvoorbeeld schedels en een titel als Mengele Totentanz is ook niet echt gezellig.

De diversiteit is enorm: er zijn sculpturen, brieven, schetsen; er zijn heel kleine objecten en reusachtige installaties die een grote zaal vullen. Natuurlijk zijn er ook belangrijke werken niet vertegenwoordigd in de tentoonstelling, maar dat is waarschijnlijk onvermijdelijk. Voor mij belangrijk: de wielfontein staat er, naast een andere fontein, zonder water, roerloos.
Mooi is dat het museum ook in zijn eigen verleden duikt en zaaltjes wijdt aan de eigen tentoonstellingen van toen. En als je voor Nederland de ontdekker van Tinguely was, mag je daar ook best trots op zijn. Dus ga het zien, zeker als je nog niet zoveel van zijn werk gezien hebt.
Wachten tot hij aan mag
Toch mis ik één ding erg en dat is het gerammel en gekraak. De ruige dynamiek van de kunstenaar die schroot omzette in beweging, in verrassing en in dreiging, ontbreekt omdat de kunstwerken stilstaan. Toegegeven, de meesten kunnen met een rode knop in beweging worden gezet, maar niet meer dan bijvoorbeeld 20 seconden per 10 minuten. Groepen mensen en vooral kinderen wachten bij een spannend apparaat tot hij weer even ‘aan mag’.
Het is vanwege de kwetsbaarheid, dat begrijp ik wel, maar Tinguely komt pas tot leven als alles schudt en trilt en galmt tot de onderdelen in het rond vliegen. Niet voor niets bouwde hij ook objecten die zichzelf vernietigden.

En mag ik dan toch afsluiten met ‘mijn’ wielfontein? Had dat ding nou in het water gezet. In een zaaltje op het droge blijft er niet veel meer over dan een soort metalen vioolsleutel. Gelukkig hebben we daarvoor de jeugdherinneringen nog.
Jean Tinguely Machinespektakel, Stedelijk Museum Amsterdam, tot en met 5 maart 2017.

Bekijk ook:
- Meer bewegende en ruimtevullende kunst in het MIMA
- Picasso’s speelse keramiek in Beelden aan Zee
Ook iets moois gezien? Deel het met kunstHart!