Door: Frans van Hilten. Een tentoonstelling met maar twee kunstwerken kom je niet vaak tegen. Misschien moet je Rogier van der Weyden ontsluierd in het Mauritshuis ook meer als presentatie zien dan als expositie. Eén van de twee schilderijen staat namelijk op de ezel en wordt live op zaal gerestaureerd. Als bezoeker kun je er alles over te weten komen.
Het lichaam van Christus is door zijn dierbaren van het kruis gehaald. Maria is erbij, en Maria Magdalena, en Johannes. Tranen biggelen over hun wangen, terwijl ze samen het dode lichaam vasthouden. Niemand schildert tranen zo mooi als Rogier van der Weyden. Aan de zijkant knielt de bisschop die het schilderij besteld heeft. Op de achtergrond een stad die Jeruzalem moet voorstellen, maar er bijzonder Vlaams uitziet. Er is een burcht, met piepklein geschilderde zwanen die weerspiegelen in de slotgracht.

Oudste schilderij Mauritshuis
De bewening van Christus stamt uit ongeveer 1460-1464 en is daarmee het oudste schilderij in de collectie van het Mauritshuis, maar voor zijn leeftijd verkeert het nog in prima conditie. Toch is het houten paneel uit zijn lijst gehaald en staat het tot en met 9 september in de tentoonstellingszaal.
Wat schilderde de meester zelf, wat liet hij zijn medewerkers doen
Bij de vorige restauratie, zestig jaar geleden, is het niet gelukt al het oude vergeelde vernis weg te halen. De oplosmiddelen die toen gebruikt werden waren soms te sterk en zouden ook de originele verf weghalen. Daarom zie je hier en daar in de strakblauwe lucht vuilgele plekken. Met de middelen van nu kunnen restauratoren die wel weghalen. Ook hoopt het museum meer te ontdekken over de “eigenhandigheid”: wat schilderde de meester zelf, wat liet hij zijn medewerkers doen?

Technische mogelijkheden
Ook op ander gebied zijn er meer technische mogelijkheden dan toen: stereomicroscopen, XRF-scans en nieuw onderzoek van oude verfmonsters. Die monsters uit de jaren tachtig zijn speciaal teruggeleend van het RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis.
Niemand schildert tranen zo mooi als Rogier van der Weyden
Iedere dag van 13.00 tot 15.00 uur werken Carol Pottasch en Lieve d’Hont in een doosachtige constructie aan het schilderij. Met een pincet een Japans papiertje met oplosmiddel op het doek aanbrengen en weer weghalen, mét het oude vernis. Zo wordt het schilderij steeds iets naakter. Beschadigingen worden zichtbaar en ontbrekende verfplekken. Het retoucheren, aanbrengen van nieuwe verf, gebeurt later, zonder bezoekers erbij. Die nieuwe verf heeft een andere samenstelling dan de middeleeuwse en is daardoor bij volgende restauraties makkelijk te herkennen en weg te halen.

Touchscreen
Buiten de werktijden kunnen bezoekers een korte video zien over de restauratie. Een enorm touchscreen maakt het mogelijk in de kleinste details op het schilderij in te zoomen en het te vergelijken met de ondertekening (infraroodscan) en de structuur (röntgen). Probleem met dit touchscreen is de gevoeligheid ervan: leunt er naast je iemand losjes op de rand, dan begint de afbeelding al te schokken en verspringen. Jammer, want de mogelijkheden tot zelf ontdekken zijn met dit scherm prachtig.
Ook is er op iPads veel informatie over de technische aspecten op te vragen. Daarnaast zijn er grote panelen die veel meer over De bewening van Christus vertellen: over de schilder en zijn stijl, over de afgebeelde personen en over de vergelijking met andere werken.

Bruikleen uit Uffizi
Eén zo’n werk hangt echt op de tentoonstelling. De bewening voor het graf toont een enigszins vergelijkbare voorstelling en is een zeldzame bruikleen uit de Galleria degli Uffizi in Florence. Directeur Emilie Gordenker heeft naar eigen zeggen moeten smeken om het hierheen te halen en ze heeft volkomen gelijk wanneer ze het een “traktatie” noemt.
Verwacht bij het bezoeken van Rogier van der Weyden ontsluierd dus geen grote tentoonstelling met veel schilderijen. Het is een gedetailleerde, wat specialistische presentatie die een beetje geduld een aandacht vraagt. Kom tussen 13.00 en 15.00 uur (na 15.00 uur is er een halfuurtje voor vragen) en neem de tijd om alles rustig te lezen, dan is de grotendeels door particulieren gefinancierde expo zeker de moeite waard.
Foto boven: Lieve d’Hont aan het werk (foto auteur)