Frans van Hilten. Als kind ziet Jim Morrison langs de autoweg in de woestijn een gewonde indiaan liggen, slachtoffer van een auto-ongeluk. Later zal hij zeggen dat de ziel van de indiaan, van de sjamaan, in de zijne is gekropen. Met deze omineuze scène begint The Doors, de biopic die Oliver Stone maakte over de legendarische band uit Los Angeles en meer in het bijzonder zijn zanger.
Doors-koorts
Ik deed eindexamen in 1992. Kort daarvoor heerste er op mijn school een bescheiden Doors-koorts. Een klasgenoot met wie ik opfietste probeerde me van de geweldigheid van het lied The End te overtuigen door met ongeschoolde stem de ellenlange tekst te declameren: ‘The killer awoke before dawn…’ Een ander ontsnapte op schoolreisje met een groepje, luid ‘Come on baby, light my fire!’ zingend, om ergens in het bos te gaan blowen.
“Moet je horen, we hebben een regeneffect toegevoegd aan Riders on the Storm!”
Achteraf was die plotselinge Doors-revival, twintig jaar na Jim Morrisons dood, natuurlijk te danken aan de film van Oliver Stone, maar die kende ik toen nog niet. Toch zag ik hem in het pre-YouTube-tijdperk uiteindelijk nog eerder dan filmopnames van de échte Doors.

In The Doors volgt Stone het korte, hevige bestaan van de groep, van de onbekende kroegen aan Venice Beach via de roem en excessen naar de verwording van de poëet Jim Morrison tot een onhandelbare junk, die uiteindelijk op zevenentwintigjarige leeftijd in een Parijse badkuip sterft.
“Patricia introduceert hem in de wereld van hekserij en rituelen rond het drinken van bloed”
Want hoewel een grote liefdebetuiging aan de muziek, geeft de film niet echt een prettig beeld van Jim. De zanger, gespeeld door Val Kilmer, wordt geportretteerd zoals Ramses Shaffy dat later zou worden in de tv-serie Ramses: als genie, maar gesel voor zijn omgeving.
Aanvankelijk is hij een verlegen, dichterlijke, maar tegendraadse jongeman die zijn vriendin Pamela (Meg Ryan) versiert door in een boom naar haar veranda te klimmen, want: ‘You’re the one!’ Maar meer en meer valt hij ten prooi aan drugs, drank en de behoefte altijd onvoorspelbaar te zijn: de lizard king, die doet waar hij zin in heeft.
Brandende kast
Waar hij trouw eist van Pam en van de jongens in de band, gaat hij zelf steeds vaker vreemd (onder andere met zangeres Nico van de Velvet Underground!) en laat hij zijn medemuzikanten schaamteloos zitten. De lieve, maar wat jaloerse Pam, die zo graag gewoon Thanksgiving wil vieren en Jims gedichten wil ordenen, krijgt het het zwaarst te verduren, onder andere als hij haar in een brandende kast opsluit, een scène die in werkelijkheid nooit heeft plaatsgevonden.
Een andere geliefde, journaliste Patricia, introduceert hem in de wereld van hekserij en rituelen rond het drinken van bloed, maar als zij zwanger van hem blijkt wil hij niets met de verantwoordelijkheid te maken hebben.
Als de indiaan komt gaat het mis
Steeds terugkerend motief in het wangedrag van Jim is de indiaan uit zijn jeugd. Op cruciale momenten zien we hem weer staan – in de woestijn, in de coulissen, eenmaal zelfs meedansend op het podium – en dan weet je dat het misgaat.

Meer en meer komt Morrison alleen te staan. Pam gaat nu zelf ook vreemd. De radio draait The Doors niet meer na een rechtszaak wegens exhibitionisme. De andere bandleden verkopen zonder zijn medeweten Light My Fire voor een commercial, wat Jim als hoogverraad aan de gezamenlijke idealen beschouwt. ‘We konden het je niet vragen Jim, want je was er weer eens niet.’
Tegen het eind verlaat Morrison, vadsig en bebaard, de band om naar Parijs te gaan. Nog één keer komt hij langs in de studio waar de anderen aan het opnemen zijn: ‘Moet je horen, we hebben een regeneffect toegevoegd aan Riders on the Storm!’ Dergelijke scènes versterken de suggestie dat de film een documentaire kon zijn. Kort hierna vindt hij in Parijs de dood waarmee hij altijd geflirt heeft.
Val Kilmer
Het succes van de film is voor een niet onbelangrijk deel de verdienste van Val Kilmer, die zo levensecht in de rol van de brutale, duistere en aantrekkelijke zanger kruipt dat ik hem wel aangeduid hoorde als the man who looks more like Jim Morrison than Jim Morrison. Bijzonder is dat Kilmer zelf zingt, wat de concertscènes geloofwaardiger maakt dan een geplaybackte versie ooit zou kunnen zijn.
Soundtrack
Ook buiten de livestukken bestaat de soundtrack grotendeels uit Doorsmuziek. Love Street wanneer Jim en Pam elkaar voor het eerst ontmoeten, The End bij het ongeluk van de indiaan. Het maakt The Doors afgezien van alles ook tot een muzikaal feestje – als je ervan houdt, natuurlijk. The Doors blijven een groep die je geweldig vindt of verschrikkelijk, veel zit daar niet tussenin.
Zelf behoor ik tot de eerste categorie en daarom haal ik vijfentwintig jaar na dato de film nog steeds tevoorschijn. Wat Oliver Stone vooral heel goed heeft gedaan, is het in stand houden en cultiveren van de mythe rond Jim Morrison, met oog voor zijn minder hebbelijke kanten. Dat niet alles evenzeer strookt met de werkelijkheid vergeef je hem, gezien de schitterende beelden en magische sfeer, graag.

London Fog
Tot slot nog dit. Recent dook een heel vroege opname van The Doors op uit de kroeg London Fog. Die opname is nu uitgebracht als peperdure limited edition, maar er zijn ook fragmenten op internet te horen. Ze waren daar gewoon het huisbandje en het schaarse publiek leutert er vrolijk doorheen, maar het is al helemaal The Doors. Oordeel zelf.
Trailer
- Vertel zelf over jouw favoriete film waarin kunst een hoofdrol speelt!
- Lees ook: The Agony and the Ecstasy – de kunstfilm van Martijn van Hasselt
- Lees ook: Frida – de kunstfilm van Eveline Hendriksen