Door: Frans van Hilten. Vanavond begint Janine Abbring een nieuwe serie Zomergasten bij de VPRO. De moeder aller interviews: gesprekken van een hele avond. Maar hoe doe je dat eigenlijk, een interview? Deze zomer wil ik jullie meenemen in de wondere wereld van het vraaggesprek.
Door de jaren heen heb ik er enorm veel gedaan. Voor de radio, voor websites en magazines. Ik sprak met beroemdheden als Toon Tellegen, Jiří Kylián en Ilse DeLange, maar vooral ook met heel veel minder bekende mensen, die op hun eigen vierkante meter interessante dingen doen. Het lijkt eenvoudig, maar goed interviewen is een kunst. Wat zijn de do’s en don’ts?
Aanvragen
Interviewen is leuk en aanvragen is minder moeilijk dan je denkt. Bijna iedereen vindt het leuk om over eigen werk te vertellen, dus heb jij een plek waar je je interview kwijt kunt: google het management, bel of mail en probeer het gewoon! Wil iemand echt niet, dan heeft het geen zin aan te dringen, dan heb je gewoon pech gehad. Een aanleiding hebben is wel handig: een nieuwtje over diegene, een nieuwe cd of tentoonstelling… heel groot hoeft het niet te zijn.
Maar hoe dan verder? Een interview kan een gelegenheid zijn iemand te ontmoeten die je bewondert, maar tegelijkertijd is dat ook gevaarlijk.
“O nee hè, een fan vermomd als journalist”
In één van mijn vroege radio-interviews sprak ik met schrijfster Sana Valiulina over haar boek Didar en Faroek, dat ik verslonden had. Ik maakte de beginnersfout het interview op de radio aan te kondigen: ‘Zat ik me daar opeens zomaar bij de grote Sana Valiulina thuis op de thee.’ Schaamrood op de kaken, zeer onprofessioneel. Erger is het nog wanneer je je fan-zijn duidelijk laat blijken nog vóór het gesprek begint. De geïnterviewde denkt al snel: o nee hè, een fan vermomd als journalist! Dat doet het vertrouwen in je interviewkunsten geen goed.
Wilt u mijn boek signeren?
Later heb ik het beter aangepakt. Ik interviewde één van mijn favoriete schrijfsters, Rascha Peper. Het interview was zakelijk, maar in goede sfeer. Na afloop vroeg ik haar: ‘Ik ben stiekem ook een beetje fan van u. Wilt u misschien mijn exemplaar van Russisch Blauw signeren?’ Wat zij graag deed. Maar zorg dat een interview met een bewonderd persoon net zo verloopt als een interview met de slager: betrokken, maar zakelijk. Stel alleen vragen die voor je publiek interessant zijn, je persoonlijke vragen stel je maar na het interview – of beter nog helemaal niet.
Het omgekeerde van fan zijn is minstens zo riskant. Ik belde regisseur Ivo van Hove over zijn regie van The Fountainhead bij Toneelgroep Amsterdam. Ik was bezig aan een artikel over toneelstukken, waarin kunstenaars een hoofdrol spelen en interviewde daar verschillende mensen over.
Ik begon met de vraag of Van Hove in zijn regie, die al een tijd draaide, bewust op deze materie inging. Enigszins geërgerd zei hij dat dat uiteraard het geval was, ‘zoals hij al steeds in alle interviews had gezegd’. Ik had me dus gewoon niet goed genoeg voorbereid.
Vraag niets wat je had kunnen googelen
Les: voorbereiding is belangrijk. Lees je in, weet de geschiedenis, kijk wat er speelt. Vraag nooit iets wat je had kunnen googelen! ‘In welke bands hebt u allemaal gespeeld’ is een vraag die alleen maar irritatie opwekt. ‘Hoe vond u het om het rock-repertoire achter u te laten toen u van band A naar band B overstapte?’ is wél een goede vraag; je vraagt naar de mening en het gevoel van deze muzikant en niet naar Wikipedia-kennis.
En helemaal indekken kun je je nooit: laatst vroeg ik een choreograaf naar de rol van religie in zijn werk waarop hij antwoordde: ‘Hm, dat speelde alleen in mijn vroege werk een rol, ik moet denk ik mijn website maar weer eens updaten!’
Meer
- Volgende keer in de kunstHart Summerschool: Die tape loopt wel, we kunnen dus lekker babbelen. Of niet? Focus en lengte van je interview.
- En derde aflevering: Scoop of vertrouwen? Slot en speciale aanbieding