Door: Frans van Hilten. Hij is het gezicht van de afdeling Egypte in het Rijksmuseum van Oudheden (RMO) in Leiden: Maarten Raven. Hij werkt er veertig jaar, groef op in Sakkara en bekleedt een leerstoel aan de Universiteit Leiden. Voor hij eind dit jaar met pensioen gaat, presenteert hij nog éénmaal een tentoonstelling: Goden van Egypte. In gesprek met een conservator die vast van plan is zijn Egypte-hobby niet los te laten.
Lees meer over de tentoonstelling
U gaat eind dit jaar met pensioen, maar kun je in een vak als het uwe wel stoppen met werken?
Nee, natuurlijk niet! Ik heb van mijn hobby mijn werk gemaakt en dat is uit de hand gelopen. Die hobby hou ik lekker. Maar dat hectische van het werk hier mag er van mij nu wel af. Ik heb een wetenschappelijke opleiding en ben ook wetenschappelijk actief geweest: ik heb onderzoek gedaan, artikelen geschreven, zelf opgegraven, maar dat sneeuwt soms onder in het publiekswerk voor het museum. Ik vind het het populariseren van wetenschap leuk, maar ik wil óók zuiver wetenschappelijk werken. Dingen die ik gevonden heb moet ik bijvoorbeeld nog publiceren. Ze zijn met gemeenschapsgeld opgegraven, dan moet je ze ook aan de gemeenschap teruggeven. Ik heb nog wat eindrapporten en wetenschappelijke artikelen liggen en ik werk mee aan een tentoonstelling in Amsterdam. Er zullen altijd deadlines zijn in het leven, maar er is ook méér dan alleen werken!
U noemt uw werk uw hobby – hoe ontstaat zo’n hobby?
Dat is begonnen – en dat hoor ik ook vaak van vakgenoten – op de lagere school. Vooral jongetjes gaan door een fase dat ze Egyptenaren interessant vinden, of oermensen, of dinosaurussen. En sommigen blijven daarin hangen.

Vakken als egyptologie en paleontologie houden je jong?
Ja, het is erg leuk als je het kunt blijven volhouden. Op de middelbare school richtte ik alles erop om straks egyptologie te kunnen studeren. Tijdens mijn studie hoopte ik: misschien kan ik later wel bij het RMO werken. Dat kreeg ik na mijn afstuderen op een presenteerblaadje aangeboden. In 1978, toen de Taffeh-tempel naar het museum moest komen, was net de directeur ziek en hadden ze dringend een assistent nodig.
Horemheb
Goden van Egypte is uw afscheidstentoonstelling. Vroeg het museum u zelf te bedenken wat het moest worden?
Nee, ik kreeg wel wat suggesties en daar denk je dan samen hardop over. Ik heb veertig jaar gegraven, eerst als assistent en later als veldleider. Het eerste idee was daar iets mee te doen, maar dat bleek niet haalbaar. Het ging daarbij om de persoon Horemheb, de generaal van Toetanchamon en later zelf farao. Daar heb ik iets speciaals mee. Horemheb heeft als generaal zijn eigen graf gemaakt met wandreliëfs. De stukken daarvan zijn over de hele wereld verspreid. Bij toeval hebben wij dat graf opnieuw ontdekt in 1975, al tijdens mijn eerste seizoen in Egypte! Ik heb daar later ook zelf een publicatie over gemaakt.
“En toen kwamen de goden bovendrijven”
Maar voor een tentoonstelling was ook dat onmogelijk: de delen van die reliëfs zijn in dertien musea over de hele wereld, waaronder in Caïro, en onderhandelen met Egypte is tegenwoordig moeilijk. Ze zijn erg veeleisend en misschien niet helemaal realistisch in hun wensen. Daarna opperde iemand om na de vorige Egypte-tentoonstelling, Koninginnen van de Nijl, nu de koningen te doen. Toen heb ik gezegd: alsjeblieft zeg, dat is overal al gedaan! En toen kwamen de goden bovendrijven.

Is uw veldwerk alsnog terug te zien in de tentoonstelling?
Alleen onopvallend en indirect. Er hangt een foto op de tentoonstelling van de Aboe Simbel-tempel met drie beelden ervoor. Die komen uit ons opgravingsterrein maar zijn daar wel al in de negentiende eeuw weggehaald. Nee, het veldwerk speelt geen echte rol.
U zegt dat onderhandelen met Egypte steeds moeilijker wordt. Bent u bezorgd voor de toekomst van de egyptologie, ook denkend aan vernietiging van erfgoed door Islamitische Staat (IS) zoals we dat hebben gezien op de Nineve-tentoonstelling?
De stabiliteit in Egypte is ongewis. Het regime maakt het er voor de bevolking niet makkelijker op om in de omstandigheden te berusten. Ik ben inderdaad bang dat de vlam eens in de pan slaat, en dan heeft ook de egyptologie zeker te lijden. Tegelijkertijd is Egypte heel genereus in onderzoeksmogelijkheden, nog steeds worden heel veel aanvragen vanuit het buitenland om onderzoek te mogen komen doen goedgekeurd. Het gaat er wel vaak grillig aan toe en dat begrijp ik ook, ze hebben wel andere zorgen aan hun hoofd. Egypte móet doen aan monumentenzorg – wat daar te vinden is, is werelderfgoed. Dat is een loodzware verantwoordelijkheid voor een land in ontwikkeling.

Ook zorgelijk is de internationale kunsthandel. Er wordt veel gesmokkeld en daardoor sneuvelt regelmatig iets. Als museum moet je er dan ook niet instinken als dat soort objecten je worden aangeboden.
“Als je op veilingen koopt, is de kans groot dat het vals is of foute boel”
Zou je als particulier beter ook niet van (internet-)veilingen moeten kopen? Is het aanbod daar meestal “foute boel”?
Musea hebben een verklaring getekend om niet aan smokkelpraktijken mee te werken. Voor particulieren ligt het anders. We krijgen wel eens aanbiedingen… één keer een compleet ondergronds graf vol beeldjes. Dan halen wij opgelucht adem: gelukkig, allemaal vals! Als je op veilingen koopt, is de kans groot dat het óf vals is, óf inderdaad foute boel. En waarom zou je zo graag oudheden willen bezitten dat dat je waard is? Wat veel mensen niet weten, is dat het ook particulieren verboden is ook maar íets uit Egypte mee te nemen. Dat staat in een wet uit 1983. Eén keer iets meenemen en je komt Egypte nooit meer in. Ik weet niet of die wet zo verstandig is; er is nu eenmaal vraag naar oudheden en als je het aanbod tot nul reduceert, gaat de handel ondergronds.
Islamitische Staat
Wat IS betreft: Egyptenaren zijn tot op heden nooit zo heel fanatiek, al wordt beweerd dat IS nu in de Egyptische Sinaï zou zitten. De bedoeïenen daar zijn wel opstandig, maar die zijn altijd opstandig en nu zijn er die zeggen dat ze van IS zijn. En ontevreden jeugd is natuurlijk een voedingsbodem daarvoor. Ze halen dan de Islam erbij en zeggen dat de kunstwerken uit de oudheid niet volgens de afbeeldingsvoorschriften van de Islam zijn. Ja, logisch, ze zijn duizenden jaren oud!
Aan het slot van de tentoonstelling belicht u hoe de Egyptische godenwereld voortleefde in de Griekse en Romeinse cultuur en later in de achttiende en negentiende eeuw, na Napoleon. Hoe zit het met de christelijke cultuur? De god Ptah, die de wereld met zijn hart en tong schept door de namen uit te spreken, doet denken aan “In den beginne was het Woord”, de moord door Seth op zijn broer Osiris aan Kaïn en Abel.
Je kunt het bijna nooit bewijzen, maar bij veel verhalen heb je het sterke gevoel van wortels, van ideeën die zijn overgenomen. De Egyptenaren werden door buren en tijdgenoten gezien als genieën. De Egyptische cultuur heeft grote invloed gehad op de Bijbel en de vroege Joodse godsdienst. Neem zo’n verhaal als Mozes die boos wordt over de aanbidding van het gouden kalf. Zo’n verering van een gouden kalf klinkt mij als egyptoloog niet vreemd in de oren. Of: “hij hief een koperen slang op als bescherming tegen ongedierte.” Daar kan ik wel iets van maken. Ik zeg niet dat die verhalen rechtstreeks teruggaan op Egyptische godsdienst, maar het is wel dezelfde leefwereld en denkwereld. Madonna met kind kun je ook vergelijken met Isis en Horus, of de drie-eenheid met de triades: groepen van een mannelijke god, een vrouwelijke god en een kindgod, als verschillende manifestaties van het leven. Het lijkt voor de hand liggend dat zoiets is overgenomen, maar dat kun je niet bewijzen. Dezelfde gedachte kan ook aan de andere kant van de wereld zijn opgekomen zonder onderling verband. In India zijn ook verhalen van het leven dat uit een lotusbloem ontstaat, dat hebben ze echt niet uit Egypte.

Goden van Egypte – de tentoonstelling
In een ongekend groot aantal van ruim vijfhonderd objecten duikt het RMO deze winter in de Egyptische godenwereld. Een wereld met vier scheppingsverhalen en duizenden goden, sommigen alleen regionaal vereerd, sommigen alleen in bepaalde perioden. Daarnaast zijn er centraal staande goden als Re, Osiris, Isis en Horus. Hoe pak je dat aan?
Het RMO heeft gekozen voor een opzet die niet alle goden introduceert, maar een begrip moet wekken van de religieuze leefwereld van de Egyptenaar. De godenwereld is een stabiele en standvastige orde, die drieduizend jaar lang intact bleef. Dat kon alleen doordat de bestaande orde zelf als goddelijk en dus onaantastbaar werd beleefd, met de farao als verpersoonlijking van die godenwereld op aarde.
De tentoonstelling beslaat vijf delen:
- De kosmos. In Egypte hadden vier steden vier verschillende scheppingsmythen, die alle naast elkaar bestonden.
- De hemel, waar de goden zich hebben teruggetrokken nadat de mensen opstandig werden op aarde.
- De aarde, waar de goden toch ook nog graag komen en waar in elk geval één god, de farao, leeft.
- De onderwereld, waar de gestorvenen heen gaan.
- Het eeuwige leven – het voortbestaan van de Egyptische goden in latere perioden: de Romeinse en Griekse godsdienst, kunstuitingen van na de verovering van Egypte door Napoleon, en modern entertainment als films en games.
Elk deel wordt geïntroduceerd met korte, vermakelijke maar vooral ook duidelijke animatiefilmpjes, gemaakt door studenten van ArtEZ Academie voor Art & Design, Zwolle.

Het totale verhaal is zeker te veel om in één keer goed te bekijken. Een indruk, de hoofdlijnen van het verhaal, dat kan wel. En dan nog eens terugkomen om een onderdeel met meer diepgang te bekijken, want de tentoongestelde voorwerpen – behalve uit eigen collectie onder andere uit het Louvre, British Museum en Museo Egizio in Turijn – zijn niet alleen heel interessant, maar vaak ook van grote schoonheid.
- Goden van Egypte, Rijksmuseum van Oudheden, Leiden. Te zien tot en met 31 maart 2019.
- Bij de tentoonstelling is naast een uitgebreide publicatie ook het beknopte alfabetische gidsje Goden van Egypte – van A tot Seth verschenen
- Ook iets moois gezien? Deel het met kunstHart!
Zeer prettig artikel / interview. Dank. RMO staat in mijn agenda.
LikeLike