Door: Frans van Hilten. ‘Tragisch, dat slot.’ Zo oordeelde de befaamde kunstcriticus Bram Hammacher over de late werken – voornamelijk waterlelies – van Claude Monet. Dat was in 1952, bij een retrospectief van het Gemeentemuseum Den Haag in samenwerking met Kunsthaus Zürich. Nu gelden juist die waterlelies als het meest iconische werk van de beroemde impressionist. Ze staan centraal in een expositie in hetzelfde museum, dat nu Kunstmuseum Den Haag heet. Het museum restaureerde bovendien hun eigen schilderij, Blauweregen (1917-1920) en deed daarbij een verrassende ontdekking.

Toen Claude Monet in 1926 overleed, bleven zijn late schilderijen een kwart eeuw in zijn atelier in Giverny staan, ten prooi aan verval. Ze golden als ‘decoratief’ en dus oninteressant. In de oorlog beschadigden enkele doeken door bombardementen, onder andere de Blauweregen die nu in bezit is van het Kunstmuseum Den Haag. Pas met de expositie van 1952 kenterde het beeld, betoogt conservator Frouke van Dijke. ‘Het is bijzonder een vervolg te geven aan die historische tentoonstelling, die de receptiegeschiedenis van Monet heeft meebepaald,’ zegt zij. ‘We volgen nu de ontwikkeling van Monet én van de receptiegeschiedenis.’

Blauweregen op zaal
Blauweregen op zaal

De critici, die de late doeken in 1952 nog kraakten, hadden in zoverre gelijk met hun aanduiding ‘decoratief’ dat Monet ze geen van allen bedoelde als presentabele werken, maar als voorstudies voor Grandes Décorations, een rondlopend megaschilderij dat hij aan Frankrijk wilde aanbieden als zijn artistieke nalatenschap.

Giverny

In 1883 had de tot dan toe nomadisch levende schilder zich in het Normandische Giverny gevestigd. Hij legde er een bloementuin en een Japans beïnvloede watertuin aan en schilderde vanaf dien voornamelijk nog zijn eigen omgeving. Na de dood van zijn vrouw en de diagnose van staar begon hij in 1914, vierenzeventig jaar oud, aan zijn laatste grote werk, de Grande Décorations.

Twaalf jaar lang, tot zijn dood in 1926, studeerde hij op de waterlelies, maar ook op blauweregen, bedoeld voor een nooit uitgevoerd fries. De staar verhinderde hem slechts tijdelijk goed te werken, tot een operatie de gevolgen grotendeels verhielp. Na Monets dood verloor het publiek snel de belangstelling in zijn werk, ook in de Grandes Décorations, met het genoemde verval van de atelierstukken als gevolg.

Onderschildering

De Blauweregen belandde uiteindelijk met splinters en scherven van het bombardement in de collectie van Den Haag. Daar is het werk nu met ondersteuning van crowdfunding gerestaureerd. Bij de röntgenscan ontdekte restaurateur Ruth Hoppe een onderschildering van… waterlelies!

“Absoluut niet de koekblikkunst waar Monet wel voor wordt aangezien”

Waarom Monet besloot het doek over te schilderen blijft een raadsel, maar dat het is opgeknapt van de restauratie is zonneklaar. Ontdaan van het oude glimmende vernis straalt het werk de beschouwer tegemoet in al zijn kleurenrijkdom én in zijn contrasten. Want op sommige plekken onttrok Monet de olie aan de verf, zodat de verfhuid droog, bijna krijtachtig aandoet. Dikke klodders olieverf glanzen daarin als accenten op.

Vette en droge verf
Vette en droge verf op één van de Blauweregen-studies

‘Heel schilderkunstig,’ noemt directeur Benno Tempel de schilderijen dan ook. ‘Absoluut niet de koekblikkunst waar het wel voor aangezien wordt.’ Vanwege de enorme gelaagdheid van de schilderijen maakt hij een voorzichtige vergelijking met Mark Rothko, vijf jaar geleden geëxposeerd in het toenmalige Gemeentemuseum.

En inderdaad, als ik lang voor bepaalde doeken sta heb ik een ervaring die aan Rothko doet denken: diepere lagen verf komen door de hogere lagen heen kijken, kleuren worden anders, trekken de kijker als het ware naar binnen. Met de waterlelies was Monet het impressionisme voorgoed voorbij.

Diepte à la Rothko
Diepte à la Rothko

Kinderkunstboek Kaatje Vermeire

Naast een catalogus verschijnt ook bij deze tentoonstelling een kinderkunstboek, In de tuin van Monet door Kaatje Vermeire (Gent, 1981). Jet van Overeem, conservator en hoofd educatie van het museum, reisde met Vermeire naar Giverny om inspiratie op te doen. Ze prijst het werk van Vermeire: ‘Het werk van Monet is prachtig, maar je kunt je er ook vreselijk aan vertillen. Je hebt een illustrator nodig die Monet aankan.’

Kaatje Vermeire is daar met vlag en wimpel in geslaagd. Ze heeft geëtste figuur van de kunstenaar geplaatst in geschilderde weergaven van zijn doeken en zijn leefomgeving en dat levert kunstwerkjes op, die ook prachtig zijn buiten de context van het boek. Te zien in het Berlagekabinet naast de grote tentoonstellingsruimte.

Detail van illustratie door Kaatje Vermeire
Detail van illustratie door Kaatje Vermeire

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.