17 december 2020: het GEM maakt bekend door te gaan als KM21. Wat is dat toch met al die gewijzigde museumnamen? kunstHart schreef er afgelopen februari al dit over:

Door: Frans van Hilten. Nederlandse musea veranderen massaal hun naam. Soms is dat een cosmetische keuze, soms weerspiegelt het een politieke beslissing of een richting die het museum in wil slaan.

Een bericht van Museum Meermanno uit Den Haag. Het oudste boekenmuseum ter wereld gaat door onder de naam Huis van het boek. Ooit heette het museum Meermanno-Westreenianum, naar de verzamelaars die de basis van de collectie legden, de laatste jaren Museum Meermanno | Huis van het boek. Nu wordt de historie in de titel volledig geschrapt en ligt de focus minder op de fabuleuze collectie Middeleeuwse handschriften en andere unica en meer op het fenomeen boek als maatschappelijk verschijnsel, met activiteiten in bibliotheken en op Lowlands.

Het past in een traditie van de afgelopen jaren: als jezelf respecterend museum wil je vooral niets over geschiedenis in je naam hebben staan. Eerder veranderde het Rotterdams Historisch Museum de naam in Museum Rotterdam, omdat het óók over het Rotterdam van vandaag wil gaan. Het Amsterdams Historisch Museum werd Amsterdam Museum, behalve vanwege die actualisering ook omdat er naamsverwarring zou zijn met het Joods Historisch Museum. Dat lijkt me eerlijk gezegd sterk, en de ironie van het lot wil dat dat laatste museum met omgeving inmiddels Joods Cultureel Kwartier heet.

Stoffige muziekinstrumenten

Blijkbaar is er een grote angst bij musea stoffig gevonden te worden. Met zoveel woorden voerde directeur Benno Tempel dat argument aan om het Gemeentemuseum na meer dan een eeuw om te dopen tot Kunstmuseum Den Haag. De controverse was groot en er is dan ook meer aan de hand: het museum herbergt naast kunst ook andere erfgoedcollecties van de, inderdaad, gemeente / stad Den Haag. Maar vele daarvan zijn al een tijd niet meer te zien. Uit de kostuumcollectie, ooit een apart museum, worden nog regelmatig objecten van stal gehaald in wisselende tentoonstellingen, voor de muziekinstrumentencollectie geldt dit niet. Ik ken in Den Haag opgegroeide conservatoriumstudenten die niet weten dat deze zeer bijzondere collectie bestaat, zo lang is hij al uit de zalen verdwenen, de depots in waar hij onaangeroerd staat weg te kwijnen. Van stoffig gesproken.

Hét Museum en Museum JAN

Er kunnen ook andere redenen zijn een naam te veranderen. Het Fries Museum heeft de eerste tijd na de oprichting Het Museum geheten. Best een goed idee dat wat te specificeren. Ook begrijpelijk: Het andere Haagse boekenmuseum veranderde van Letterkundig Museum in Literatuurmuseum. Want wie heeft het vandaag de dag nog over ‘de letteren’?

Museum Jan van der Togt in Amstelveen wil blijkbaar heel graag heel erg jong en hip overkomen of wellicht vooral de lezers van een bepaalde glossy aanlokken, want dat museum heet sinds 2019 Museum JAN. Inclusief de hoofdletters. De directeur was een beetje klaar met het uitleggen van die naam, maar gelukkig begrijpt iedereen de naam Museum JAN wel meteen. Toch?

Verdwenen musea

Verhuizingen en fusies kunnen aanleiding vormen voor naamsverandering. Ooit fuseerde het Leidse Rijksmuseum voor Geologie en Mineralogie met stadgenoot Natuurhistorisch Museum (een voor publiek gesloten studiecollectie) tot Naturalis, waarvan de naam sinds de verbouwing in 2019 is uitgebreid met Biodiversity Center. Het Haagse Museon is de opvolger van een eerder Museum voor het Onderwijs. De oorspronkelijke musea verdwenen dus, en dat lot is natuurlijk meer musea beschoren geweest; Op de website DUIC beschrijft Arjan den Boer maar liefst drieëntwintig verdwenen musea alleen al in Utrecht!

En dan is er de trieste geschiedenis van Beeld en Geluid Den Haag. Ooit begonnen als Postmuseum werd dit educatieve museum omgedoopt in achtereenvolgens PTT-museum, Museum voor Communicatie en COMM. Dat laatste diende vooral nog als façade voor een partycentrum van een corrupte directeur, waarna het hele museum maar werd opgeheven. De collectie verdween in de depots van Beeld en Geluid, dat vervolgens in het voormalige museum een nieuwe vestiging opende.

Koloniaal verleden

Je zult het niet geloven, maar ook het niet veranderen van een naam kan ophef veroorzaken. Kunstcentrum Witte de With in Rotterdam is vernoemd naar een persoon uit de koloniale geschiedenis en het centrum kondigt al sinds 2017 een naamsverandering aan, ondanks kritiek uit rechtse hoek. Tot nog toe zonder resultaat. Een museum dat ook met het koloniale verleden worstelt is het Mauritshuis. Naamgever Johan Maurits was immers niet alleen een mecenas voor kunsten en wetenschappen, maar ook een fervent slavenhandelaar. Het tijdelijk verwijderen van een kopie van zijn borstbeeld was aanleiding tot woedende tweets van onder meer een slecht geïnformeerde Mark Rutte. Het museum kiest er niet voor de naam te veranderen, maar besteedt op andere wijze wel degelijk aandacht aan het verleden en de omgang daarmee.

Gouden Eeuw en Twintigste Eeuw

Van kolonialisme gesproken: in Voorburg schrapte Huygens’ Hofwijck het hele woord museum uit de naam, omdat het de nadruk meer wil leggen op Hofwijck als buitenplaats van Constantijn en Christiaan Huygens en er ‘de Gouden Eeuw in een notendop’ wil presenteren. Hier in elk geval geen schaamte over de term Gouden Eeuw, die het Amsterdam Museum in 2019 schrapte. Wederom tot verontwaardiging van rechts. In een ludieke actie reageerde het Museum van de Twintigste Eeuw in Hoorn hierop: het museum zou niet langer geassocieerd willen worden met de twintigste eeuw. Dat het een grap betrof had niet iedereen door.

Het moge duidelijk zijn: wil je ertoe doen als museumdirecteur, dan heet het museum bij je vertrek anders dan bij je aantreden. Liefst met als inzet een koers op een meer of minder duidelijke maatschappelijke, toekomstgerichte functie, en met minder focus op erfgoed en historie. Zeker het schrappen van een stichtersnaam getuigt van een (gebrek aan) historisch besef dat me het ergste doet vrezen voor de collecties van het betreffende museum. De verzamelingen van voorheen Meermanno-Westreenianum omvatten behalve boeken ook onder andere Egyptische, Griekse en Romeinse oudheden van de naamgevers. Ik ben benieuwd of het museum die collectie na het schrappen van de naam nu in het depot dumpt. In een Huis van het boek passen deze kunstvoorwerpen immers niet meer en de verbondenheid met de oorspronkelijke verzamelaars is weg.

Reactie van Huis van het boek

Een woordvoerder van Huis van het boek heeft op dit artikel gereageerd:

‘Dag Frans van Hilten, dank voor uw artikel. De naamsverandering van het museum heeft juist als doel te benadrukken dat dit het oudste boekenmuseum ter wereld is. Een plek voor iedereen die van oude (middeleeuwse) handschriften, ex librissen maar ook moderne drukken houdt. Het museum toont permanent oude handschriften en objecten zoals deze verzameld zijn door de oprichter Baron van Westreenen. Boeken zijn kwetsbaar en daarom zal net als altijd vier keer per jaar gewisseld worden, om de boeken wat rust in het depot te geven. Dus vrees niet, ook Huis van het boek blijft een plek voor de liefhebber van oude handschriften, oudheden en andere objecten uit de verzameling van de Baron. Graag tot ziens in Huis van het boek!

Over het niet meer in de naam opnemen van het woord ‘museum’: het museum is gevestigd in het voormalige woonhuis van Baron van Westreenen en wij kiezen er nu voor om daar nadruk op te leggen. Wij willen graag een huis zijn waar iedereen die van boeken houdt welkom is.’

Wie volgt?

Wordt Museum Voorlinden het Instagrammuseum? Het Mauritshuis het Museum met de Parel? Naturalis het Trix Museum? Of het Centraal Museum het Nijntje Museum? Verzin je eigen alternatieve museumnaam en laat het ons weten!

Beeldbewerking: Frans van Hilten

Een reactie op “Nieuwe naam, nieuwe koers: musea vrezen ‘stoffigheid’

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.